‘Nadenken over het elan van de vrijzinnigheid’

door | 10 mei 2023 | Actueel

Hoe gaat de toekomst van de mensheid eruit zien? Volgens Martijn Junte is het in de discussie over het klimaat belangrijk om naar elkaar te blijven luisteren. Misschien helpt zijn godsbeeld daar bij.

Martijn Junte is predikant van vrijzinnig Delft. In de volgende vragen heeft hij het over verschillende onderwerpen, van klimaatverandering tot de toekomst van de vrijzinnigheid.

Wat is voor jouw typisch vrijzinnig?

De vrijheid om van de kansel te zeggen: ‘Zo zagen we het vroeger, maar zo zien we het nu niet meer’ en in aansluiting daarop nadenken over hoe dan wel. Zo kun je uit het verleden dingen meenemen, die misschien aanstootgevend, pijnlijk of kwetsend zijn, maar er kennelijk ook bij horen. Als je daar openlijk afstand van neemt, bevestig je de onvolkomenheid van je eigen traditie en geef je erkenning aan mensen of groepen, die zich storen aan bepaalde verhalen of gebruiken.

Dit is mijns inziens oneindig veel krachtiger dan dat wat onwelgevoeglijk is wegmoffelen of uit de traditie verwijderen. Tegelijk wil ik niemand het recht ontzeggen om te besluiten: dit hoort er voor mij niet meer bij. Daar kunnen zeer gegronde redenen voor zijn, maar spreek het uit, zou ik zeggen.

Hoe zou jij God/god willen omschrijven?

Ik aarzel, maar ik zal een poëtisch antwoord geven op deze vraag in combinatie met de vraag ‘Waar geloof jij heilig in?’.

Ik geloof niet in God, ik geloof in een kracht!

Ik geloof in een beweging die met het leven is gegeven en waaraan ik deel heb, omdat ik leef.

Ik geloof in een opdracht en een verantwoordelijkheid om in mijn leven mee te bewegen, de beweging voort te zetten, door te geven als een golf aan anderen.

Dat is al moeilijk genoeg en ik schiet in allerlei opzichten tekort, maar ik mag ook merken, dat het meebewegen is, voortzetten, dat het doorgeven is. Hoe vaak hangt het nu werkelijk van mij af? Het is in de regel meer laten gebeuren, geen obstructie plegen, dan werkelijk op eigen kracht tot stand brengen, zelf scheppen.

Het bezig zijn als de beeldhouwer, die zegt: ‘Ik snijd geen beeld uit het hout. Ik hak geen beeld uit de steen. Ik articuleer een vorm die al in het hout besloten ligt, die met de steen gegeven is.’ Zo, zouden we zelfs kunnen zeggen, bevrijdt hij een vorm die in het materiaal gevangen was.

Dus, geloof ik dan in God?

Nee. Want als God die kracht is, die beweging, die golf, dan geloof ik niet in hem. Dat is me te zwak uitgedrukt. Het is God waaruit ik leef. Dan ben zelf een vorm die uit de kracht, uit de beweging geboren is. Dan ben ik uit de golven bevrijd, geroepen om, in alle bescheidenheid, op mijn eigen beperkte niveau hetzelfde te doen aan anderen. Hen aandacht schenken, hun bestaan articuleren, hen liefdevol bevrijden.

Dat geloof ik.

Wat voor boek ligt er op jouw nachtkastje?

Het is een stapeltje, met bovenop mijn ereader. Ik vind het lastig om een titel te noemen. Ik ben geen veel-lezer, sterker nog, ik lees heel weinig. Ik heb moeite me te concentreren. Ik lees meer fragmenten, verhalen of poëzie en vrijwel altijd met een doel, een overdenking bijvoorbeeld. Zo was het laatste wat ik las een verhaal van Jorge Luis Borges, ‘Drie versies van Judas’.

Wat vind jij de grootste uitdagingen voor de toekomst?

De klimaatcrisis is de grootste uitdaging. Niet alleen om tot een gedrags- en mentaliteitsverandering te komen, maar ook om hierin ondogmatisch te zijn en het in de discussie zoveel mogelijk bij de feiten te houden.

Daarmee bedoel ik dat klimaatverandering een zo groot thema is dat al onze kennis tekort schiet en er alleen in voorlopigheid over gesproken kan worden. We kijken altijd vanuit ons eigen perspectief naar dit probleem en denken en spreken daardoor altijd in meningen. Tegelijk is erover spreken en nadenken nodig, maar zeker in gesprekken met mensen met wie we van mening verschillen past bescheidenheid, mag van ons een liefdevolle vriendelijkheid gevraagd worden.

Hoe krijgt de vrijzinnigheid haar universele elan terug in plaats van slechts vrijzinnig voor vrijzinnigen te zijn?

Ik heb hier geen antwoord op, maar vind het wel een vraag waarover vrijzinnigen met elkaar moeten nadenken. Er is op sociaal en cultureel vlak iets fundamenteel verschoven. Daardoor is de vrijzinnigheid haar vanzelfsprekende basis en haar privilege kwijtgeraakt. De vanzelfsprekende basis van de vrijzinnigheid is paradoxaal het betrekkelijk duidelijke kader van verhalen, opvattingen, regels en rituelen, dat gedeeld wordt met de rechtzinnigheid.

Vrijzinnigen onderscheiden zich van die rechtzinnigheid door zich te permitteren een persoonlijke verhoudingswijze te kiezen tot dit kader. De Nederlandse vrijzinnigheid is een uniek product van een groepje geprivilegieerden dat met elkaar en op smaakvolle wijze een cultuur heeft vormgegeven. Die cultuur heeft het karakter van een geleefde, persoonlijke vrijheid om niet, een beetje, van alles en nog wat, nog heel veel, of gewoon te geloven.

Inmiddels bestaat dat duidelijke kader niet meer. Ook voor rechtzinnigen niet en daarmee is de rechtvaardiging van dat vrijzinnige privilege weggevallen. Daarmee is het verhaal van de vrijzinnigheid zo langzaamaan het verhaal van de kleren van de keizer. We hebben inmiddels vooral veel gemeen met de rechtzinnigheid en staan feitelijk voor dezelfde opdracht als zij: onder woorden brengen wat het kader is waarop onze cultuur van persoonlijke vrijheid rust. Dat laatste is al langer problematisch. Immers, ruim een halve eeuw lang was de dominante maatschappelijke context er één van een vanzelfsprekende persoonlijke vrijheid. Daar zie ik urgentie, want die persoonlijke vrijheid en een gedeelde context waarin die geleefd kan worden staan onder druk.

Eerlijk gezegd mis ik in de Nederlandse, religieuze of spirituele vrijzinnigheid een soort gevoel van verantwoordelijkheid om hierop een antwoord te formuleren, waar ook rechtzinnigen of andere andersdenkenden iets aan hebben. Alle aandacht gaat naar de strijd om het eigen voortbestaan. Als ik een iemand mag noemen, die er in positieve zin uitspringt, dan is dat Christa Anbeek. Haar project ‘communities with a heart’ dat ze in haar komende boek toelicht, is een hoopvolle uitzondering.

Wat maakt het beroep van vrijzinnig voorganger zo bijzonder?

Wat het beroep van de vrijzinnig voorganger onderscheidt van andere voorgangers is dat de gemeenschap waarin je actief bent vaak kleiner is, een hoge(re) gemiddelde leeftijd heeft en dat in positieve bewoordingen tot een gedeelde overtuiging komen nagenoeg onmogelijk is. Ik twijfel of ik dit nu bijzonder vind, of dat het beroep van voorganger als zodanig bijzonder is. Dat heeft iets van ‘Altijd is kortjakje ziek’, als anderen vrij zijn, is er vaak werk en andersom. Laten we het op de combinatie houden.

Nieuwsbrief

Wilt u op de hoogte blijven van het laatste nieuws? Abonneer u op de

NIEUWSBRIEF

Contact

Vereniging van Vrijzinnige Protestanten
Joseph Haydnlaan 2a
3533 AE Utrecht
030-8801497
info@vrijzinnig.nl

Meer contactgegevens >>