Van 31 augustus tot en met 9 september bezocht Kim Magnée-de Berg de Assemblee van de Wereldraad van kerken in Duitsland. Nu vraagt ze zich af: hoe kunnen we meer open naar elkaar zijn?
Tijdens zo’n Assemblee (die eens in de acht jaar wordt gehouden) komen de lidkerken van de Wereldraad bij elkaar om te praten over actuele geloofsthema’s, maar ook om door de ontmoeting met elkaar en met andere oecumenische partners de banden te versterken.
Kim Magnée-de Berg, vrijzinnig voorganger in Gouda, vertelt:
“Dit keer vond de bijeenkomst plaats in Karlsruhe. Meer dan 4000 mensen uit alle mogelijke kerken waren daar bij elkaar. Grote thema’s waren de klimaatcrisis, de oorlog in Oekraïne, de situatie in het Midden-Oosten en de positie en stem van minderheidsgroepen. Hoe kijken we hier van uit onze christelijke roeping tegen aan? Hoe zorgen we ervoor dat we elkaar blijven vinden ook als we verschillende visies hebben?
De grote verscheidenheid van mensen en stromingen vond ik heel inspirerend en tegelijk vormt het natuurlijk ook een uitdaging. Tijdens zo’n grote bijeenkomst, die haast voelt als een festival, lijkt het bijna alleen maar mooi, maar zo eenvoudig is het natuurlijk niet.
Dat blijkt al snel wanneer ik eenmaal weer thuis op bots tegen de vaak weinig open manier waarin we elkaar in christelijk Nederland tegenmoet treden, zelf binnen die ene PKN.
Ik heb mezelf voor genomen me de wijze woorden ter harte te nemen van dr. Jacqueline Grey (vertegenwoordiger van de wereldwijde beweging van Pinksterkerken). Zij zei met veel zelfkennis en zelfrelativering: “Het zou niet moeten gaan om ons gedoe binnen de eigen kerken en ook niet om eindeloos praten over onze verschillen. En al helemaal niet om gevoelens van superioriteit. Het gaat er om wat we, gedragen door onze gedeelde spiritualiteit, kunnen betekenen voor de wereld.”
De ervaring van Karlsruhe helpt me daarbij. De openheid en oprechte nieuwsgierigheid van alle ontmoetingen daar brachten echt meer verbinding. Om een klein voorbeeld te geven: Wanneer ik hier in Nederland de Mormoonse zendelingen in de winkelstraat zag staan, liep ik er met een boogje om heen, mijn mening al klaar. Nu sprak ik langdurig en open met een Mormoonse professor en werd ik geraakt door zijn bevlogenheid en bescheidenheid. Ik hoop dat die openheid me ook hier thuis waardevolle ontmoetingen zal brengen over grenzen heen.
Een ander aspect dat ik uit de Assemblee meeneem, is de onontkoombare verbinding tussen geloof en politiek. Zo drukten vertegenwoordigers van de inheemse volken ons op het hart dat we als kerken ons veel te lang afzijdig hebben gehouden van het politieke spreken over de klimaatcrisis.
En ook dat we in het Westen te weinig oor hebben voor wat juist deze mensen vanuit hun ervaring en spiritualiteit aan profetische woorden spreken. Juist daarin zouden we als christenen in het spoor van Jezus voorop moeten lopen.
Naar elkaar luisteren en elkaar tot spreken uitnodigen. Ook als dat pijnlijk is. Want dat was het ook met regelmaat daar in Karlsruhe. De oorlog in Oekraïne en de situatie in Israël en Palestina bijvoorbeeld, in het denken en spreken daarover werd geen consensus bereikt. Sterker nog, het bracht pijn en boosheid boven. Maar dat ontslaat ons niet van de verantwoordelijkheid om hierover, ook in het openbaar, te blijven praten. Om soms de zaken op scherp te stellen en op andere momenten juist de nuance te zoeken.
Geloof is niet iets voor het persoonlijk domein alleen. Dat neem ik ook heel sterk mee.
Hoe dat hier vorm moet krijgen? Misschien door net als bij de Assemblee vaker samen te bidden en te vieren. Door moedig te zijn ook, wetend dat we fouten zullen maken. Door schuld te belijden over wat mis ging (ja, ik weet dat is in onze kring een minder populair thema, maar juist ook dat is een zinvol aspect van onze traditie). En misschien vooral door openheid, door het zoeken naar nieuwe wegen. Dat we blijven vragen en ontdekken vooral.
Misschien door gewoon te beginnen met eens wat vaker die ene vraag te stellen die kan leiden tot de mooiste vervolggesprekken: Zullen we kennismaken?”