In haar nieuwste boek ‘Een God die in mij gelooft’ omschrijft Claartje Kruijff niet wat God precies is, maar neemt ze de tijd om het gevoel te beschrijven waarin we God kunnen ervaren.
Met zachte woorden en voorbeelden uit haar eigen leven leidt Claartje Kruijff de lezer naar dat gevoel. Een gevoel waar we soms niet genoeg aandacht aan besteden. Een gevoel dat weggedrukt wordt wanneer we te snel willen leven. Een gevoel waardoor we iets van God in de wereld kunnen ervaren.
‘Zingeving gaat niet goed samen met controle willen hebben,’ zo schrijft de remonstrantse predikant. Lezend in haar boek wordt steeds weer duidelijk dat de tijd nemen, rust en aandacht hebben belangrijk zijn om verbondenheid te vinden; verbondenheid met andere mensen, maar ook met onze omgeving; verbondenheid die ons openstelt voor iets meer.
‘Goed leven betekent voor ons allemaal iets eigens, maar van ons allemaal vraagt goed leven om aandacht en oefening. En steeds opnieuw.’ Ze legt uit dat het goed is om ons steeds weer kwetsbaar op te stellen en de controle los te laten.
Wat God dan uiteindelijk is? Kruijff omschrijft het zelf heel mooi: ‘Ik stel mij God weleens voor als de hoeder van een voor ons onvoorstelbaar grote verzameling van al onze menselijke verhalen bij elkaar opgeteld: alle naaktheid, kwetsbaarheid en gebrokenheid, maar ook alle moed, rechtvaardigheid en hoop die er zijn, God die alles herbergt op een niveau dat wij in ons leven niet zullen kennen … God, onder wiens vleugels we leren ons leven te breken en te delen. En elkaar te helen. Compleet te maken. Opnieuw te durven en te mogen beginnen.’
Op het einde van het boek schrijft ze ook nog: ‘De mensen die ik ontmoet die ontvankelijkheid met zich meedragen brengen mij dichterbij het mysterie van het leven. Zonder dat we het geheim ooit zullen doorgronden. Het heeft te maken met een ontvankelijkheid richting wat en wie je nog niet kent en je juist daaraan toevertrouwen.